Ze werd geboren in Coyoacán, een plaatsje dat nu een wijk is van Mexico-stad. Op zesjarige leeftijd werd ze getroffen door kinderverlamming in haar linkerbeen, waardoor dat been mager bleef en ze enigszins kreupel liep.
Wanneer Frida 17 jaar is in 1925, wordt de bus waarmee de dan door Mexico-stad rijdt aangereden door een tram. Een stuk stalen leuning dringt haar lichaam binnen, waardoor ze zwaargewond raakt en maanden thuis moet herstellen. Om de tijd te doden en zichzelf te uiten, besluit ze stillevens en zelfportretten te schilderen. Daarin verwerkt ze haar geestelijke en lichamelijke pijn.
Wanneer ze meer herstelt en ouder wordt, staat ze steeds meer bekend als een feministische onafhankelijke vrouw. Ze is door haar vrijgevochten geest nu nog een toonbeeld voor veel vrouwen wereldwijd.
Op 21 augustus 1929 trouwt Frida met Diego Rivera, maar deze relatie loopt na een aantal jaren stuk. Zowel Diego als Frida hebben buitenechtelijke affaires; Frida met zowel mannen als vrouwen. Later zou zij spreken van "twee zware ongelukken in mijn leven (...) één waarin een tram me aanreed, het andere was mijn man."
In 1954 laat Frida Kahlo een briefje achter met de tekst 'Ik hoop dat het einde vrolijk is en hoop nooit meer terug te keren'. Er wordt er daarom vanuit gegaan dat ze zelfmoord heeft gepleegd.