Nelly Frijda groeide op in een SDAP-gezin in Amsterdam. Ze ging naar het Montessori- en het Spinoza-lyceum. Toen ze zeventien was, maakte Frijda de keuze om op zichzelf te gaan wonen. Na het lyceum ging ze naar de toneelschool waar ze na drie maanden door haar eigenzinnige karakter kon vertrekken. In de jaren zestig was ze actief in de vrouwenbeweging. Ze trouwde en kreeg een dochter en twee zonen. In 1975 scheidde ze en leefde daarna tien jaar samen met Annemarie Grewel.
Nelly Frijda heeft een lange lijst aan acteerprestaties. Ze debuteerde in het cabaret van Wim Kan. Daarna speelde ze in toneelstukken, musicals en een twintigtal films waaronder de bij het grote publiek bekende Flodder-films, vier films van Pim de la Parra en de film Moutarde van Sonaansee van Toon Hermans. Ook heeft zij verschillende films en series nagesynchroniseerd zoals de zeeheks Ursula in de film De Kleine Zeemeermin.
Frijda richtte samen met advocate Nelleke van 't Hoogerhuijs op 10 december 2009 de politieke partij Red Amsterdam op. De partij had als belangrijkste programmapunt het stopzetten van de aanleg van de Noord/Zuidlijn en in het verlengde daarvan het stopzetten van alle dure prestigeprojecten in Amsterdam. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 haalde de partij één zetel. Frijda stond tweede op de lijst maar is met voorkeurstemmen gekozen. Ze heeft een jaar, tot maart 2011, in de gemeenteraad gezeten. Bij haar afscheid werd een boek met de verzamelde toespraken van Frijda in de gemeenteraad getiteld Ik dacht dat een kunstschouw een nep-open haard was aan burgemeester Eberhard van der Laan uitgereikt.
In 2013 kreeg zij na haar laatste voorstelling in Carré de Andreaspenning van de gemeente Amsterdam uitgereikt omdat zij voor de stad veel gedaan heeft in de politiek en het theater. Frijda heeft zich wegens gezondheidsredenen teruggetrokken uit het publieke leven. Zij zag daarom af van een toneelrol in het stuk Vrouwen van later.
Foto: Wikimedia / van Zetten