Na een nogal kille ervaring met een vruchtbaarheidskliniek, waar Kari wordt ingespoten met het sperma van een onbekende ‘Viking’, gevolgd door drie negatieve zwangerschapstesten, schiet een goede vriend Kari en haar vrouw te hulp.
Deze week:
Een ‘echte’ donor.
Onze nieuwe donor wilde er niks voor terug; geen ouderlijke rechten (of plichten) en hij had geen intentie zich te bemoeien met de opvoeding. Hij had zijn eigen gezin en wilde gewoon delen wat hij in overvloed had en wij misten. Aan het begin van ons proces, toen we een keuze moesten maken over de soort donor, dachten we niet dat we iemand in onze omgeving hadden die dit zou willen doen. We dachten niet dat het een optie was, een bekende donor. Maar toen dit aanbod eenmaal voor ons lag, voelde het meteen goed. Alsof het zo had moeten zijn.
We spraken alles goed door, ook met zijn vrouw, en maakten een overeenkomst. Hierin spraken we met elkaar af dat de donor geen juridisch ouderschap had, dat Hinke ons kind zou erkennen en wij dus samen in alle opzichten de ouders zouden zijn voor ons ongeboren kind. Ook maakten we afspraken over hoe en wanneer we onze kinderen en daarmee onze omgeving zouden vertellen over deze speciale relatie die we met elkaar hadden.
En dat was dat. Opeens hadden we een donor. Een ‘echte’. Geen fantasie Viking, met een onbekend DNA, karakter en uiterlijk, maar een gezonde, knappe, slimme, vriendelijke jongeman. We voelden nieuwe hoop.
Nu konden we thuis insemineren, in een relaxte setting. Ik bleef na afloop zo lang liggen als ik wilde en we konden ‘het’ meerdere keren per cyclus doen. In de kliniek moesten we de beste dag min of meer raden. Nu insemineerden we drie dagen rondom mijn eisprong, waardoor onze kansen werden vergroot. Want serieus, mijn lichaam volgt de natuur en mijn eitjes doen niet ‘plop’ omdat een computer besluit dat dit de dag is. En bovendien hoefde mijn vrouw niet meer aan de zijlijn te staan, maar kon zij mij nu zwanger maken. Het enige dat we nodig hadden was een potje en een spuitje. Ik was in één keer zwanger. We waren dolblij.
Ik denk niet iedere dag aan onze donor. Isaya voelt echt als ons kind. En dat is ze ook. We hebben alleen wat hulp gehad om haar hier te krijgen. Dat neemt niet weg dat we ongelooflijk dankbaar zijn voor wat de donor ons heeft gegeven. Hij zal altijd een speciale plek in ons leven hebben, al is het van een afstandje.
Kari van der Heide
www.columnsbykari.com