Als je stiekem een aflevering in je eentje had gekeken, dan durfde je dat zeker niet toe te geven want dan kreeg je de toorn van de rest over je heen. Nieuwe afleveringen van de The L Word keken we samen, in een groepje. Netflix bestond nog niet en het woord binge watching was volgens mij nog niet uitgevonden, maar dat was wel wat we deden. Met het gevaar op virussen, downloadden we illegaal de afleveringen, waarvan het geluid vaak abominabel slecht was, de ondertiteling in het Chinees of gewoon helemaal ontbrak. ‘Nog een aflevering dan’. ‘Ok, maar dat is dan echt, echt de allerallerlaatste.’ Dan waren we inmiddels al vier afleveringen verder en was het 3 uur ’s nachts. En o ja – niemand mocht Jenny.
In 2004 maakte ik kennis met de zakelijke Bette Porter, de keurige Tina Kennard (hé, ken ik Tina niet uit de sympathieke coming out film The Incredible True Adventures of Two Girls Falling in Love uit 1995?!), de sportieve Dana, de chaotische Alice, de onbereikbare Shane en natuurlijk de irritante Jenny Schecter. Mijn eerste ‘L Word-crush’ kreeg ik in 2005 toen Carmen de la Pica Morales in beeld verscheen. Natuurlijk was ook de langverwachte aflevering in 1997 van de sitcom Ellen waarin Ellen DeGeneres uit de kast komt baanbrekend (meer dan 42 miljoen mensen keken naar deze aflevering, die ook wel bekend staat als de The Puppy Episode), maar The L Word veranderende vanaf de eerste aflevering voorgoed de representatie van lesbische, biseksuele, trans- en queer karakters op het kleine scherm.
Cultklassieker
Maar eerst even terug in de tijd. Er was een tijd – schokkend genoeg nog niet zo heel lang geleden – waarin lesbische karakters in de film op het eind eenzaam en gebroken achterbleven, of zelfs (bijna) doodgingen. Een van de meest bekende films in deze categorie is de cultklassieker Mädchen in Uniform. Het origineel is uit 1931, maar mij is vooral de tweede verfilming (1958) met Romy Schneider in de hoofdrol bijgebleven. Nog steeds zie ik voor me hoe ze de oneindig lijkende ijzeren wenteltrappen in de hal van de school oploopt, over de balustrade hangt en klaar is om los te laten. Wat me is bijgebleven is dat ze vervolgens zelfmoord pleegde, maar nu ik deze Duitse film weer heb gekeken, blijkt dat ze hiervan op het laatste moment wordt weerhouden. Dus geen zelfmoord, maar lerares Fräulein von Bernburg op wie Manuela (Romy) verliefd was, besluit onder hevige druk de strenge kostschool te verlaten.
De boodschap is duidelijk: lesbisch zijn is verdorven en fout. Interessant is trouwens dat het verhaal bijna vijftig jaar later nog belangrijk genoeg wordt gevonden om opnieuw te verfilmen. In Loving Annabelle (2006) wordt de verliefde lerares op het eind van de film gearresteerd door de politie. Blijkbaar was dit uiteindelijk toch niet helemaal naar tevredenheid van de filmmaker, want de dvd-release van de film heeft ook de optie tot een gelukkiger einde: de suggestie wordt gewekt dat de leerling en lerares uiteindelijk samen zullen zijn.
Psycho lesbian
Naast de vroegere verhaallijn waarin lesbische karakters doodgingen, werden ze vaak ook neergezet als psycho lesbians; als een geestelijk onstabiele slechterik of moordenaar. De Amerikaanse Hays Code (1930) eiste namelijk dat alle ‘afwijkende karakters’ niet sympathiek mochten overkomen of dat het hen goed ging in het leven. Vanaf dat moment zorgde een onfortuinlijke cocktail van politieke censuur en maatschappelijke onverdraagzaamheid ervoor dat alle lesbische (en ook gay) personages op het scherm uitsluitend psychotisch en doortrapt waren. Wat erop neer kwam dat ‘de lesbian’ altijd zwaar de pineut was voordat de eindcredits van de film over het scherm rolden. Met dus als subtekst: go straight or go crazy – word hetero of word gek.
Een regel die trouwens nog lang na het afschaffen van de code soms nog steeds onbewust doorwerkt? Denk bijvoorbeeld aan Basic Instinct (1992) waarin overduidelijk en ondubbelzinnig geïmpliceerd wordt dat de biseksuele Sharon Stone een koelbloedige seriemoordenaar is (en niet te vergeten: de lesbische geliefde Roxy eerst probeert een moord te plegen en daarna zelf doodgaat in een onfortuinlijk auto-ongeluk), of bijvoorbeeld Monster (2003) waarin Charlize Theron daadwerkelijk een lesbische seriemoordenaar speelt.
Niemendalletjes
Dan verschijnen er in de jaren ’90 en ’00 ineens aan de lopende band niemendalletjes waarin dit veranderde. De hoofdpersonen in deze films waren gelukkig niet psychotisch, moorddadig of eindige dood, een flink minpunt was wel dat het ‘lesbisch-zijn’ nog altijd problematisch was. Tel daarbij nog op dat er vaak weinig karakterontwikkeling plaatsvond en dat de verhaallijnen vaak inwisselbaar waren. Een van de meest voorkomende scenario’s uit die periode is dat er een mannelijke verloofde in het spel is, de trouwerij nadert en een van de hoofdpersonen ontdekt gevoelens te hebben voor een ander, een vrouw. Of er is een schijnbaar onoverbrugbaar cultuurverschil, en wat moet de gemeenschap, de familie of de werkgever nu wel niet denken? Of de hoofdpersoon kan het ‘anders zijn’ zelf niet accepteren. O jee – wat nu?! Alles is moeilijk, de hoofdpersoon maakt er een zootje van en stoot haar nieuwe, grote geliefde af. Op het eind komt het dan vaak –met ongeloofwaardige wendingen in het plot- wel goed.
Ik heb veel van deze films gezien en kan het verhaal echt niet meer navertellen. Denk aan Saving Face (2004), I Can’t Think Straight (2008), Kissing Jessica Stein (2001), Chasing Amy (1997), Go Fish (1994), If These Walls Could Talk 2 (2000, waarbij ik me trouwens nog wel herinner dat Ellen DeGeneres en Sharon Stone een relatie hebben), Imagine Me & You (2005), Puccini for Beginners (2007), Chutney Popcorn (1999), It’s In The Water (1997), When Night is Falling (1995) en Better than Chocolat (1999).
Begrijp me niet verkeerd – ik heb niets tegen een goed ‘coming out-verhaal’. Ik denk juist dat het verfilmen van dit soort verhalen nog van zeer groot belang is, maar graag met iets meer durf, diversiteit en creativiteit! Ik zag recentelijk nog een mooi voorbeeld: A Date for Mad Mary (2016), een ruwe en straight forward coming-out film, die me verraste met oprechte en emotionele momenten.
Aantrekkingskracht
Maar nog voordat het script van The L Word was bedacht, vormden Bound (1996) en High Art (1998) voor mij een eerste ijkpunt in de on screen representatie. Beide zijn tot mijn eigen verrassing mainstreamfilms. Ik ben een grote liefhebber van obscure cultfilms en gedurfde experimenten maar tot op dat moment was er geen film binnen het alternatieve circuit die lesbische vrouwen een bevredigende rol binnen het verhaal gaf. In tegenstelling tot het gros van de films uit de jaren ’90 en ’00 die ik hiervoor noem, werd tot mijn grote opluchting het ‘lesbisch-zijn’ eens een keer niet geproblematiseerd.
In Bound en High Art was dit gegeven geen drijvend onderdeel van de plotontwikkeling. Ok - in Bound beramen de twee vrouwen sluwe, criminele acties, is een van hen gelieerd aan de maffia, en de ander heeft een crimineel verleden. Niet helemaal zoals het gewone leven en dus niet echt representatief, maar het ‘lesbisch-zijn’ is tenminste niet problematisch voor de karakters (pluspunt!). De twee vrouwen worden verliefd en dan ontwikkelt zich een plot van gewoon een redelijk goede, mainstream thriller. Op het moment dat je jezelf de vraag stelt of er iets substantieel veranderd zou moeten worden aan het plot als de rol van de loodgieter (nu ingevuld door de verleidelijke Gina Gershon) vervuld zou worden door een man, en het antwoord ‘nee’ is, dan is het lesbisch-zijn geen problematisch onderdeel van de verhaallijn.
Eigenlijk geldt hetzelfde voor High Art. Syd (Radha Mitchell) en Lucy (Ally Sheedy) voelen zich aangetrokken tot elkaar en dit leidt tot de nodige problemen. Ok, er is overspel, er zijn ingewikkelde machtsspelletjes en de allesverwoestende heroïne met gerelateerde overdoses zijn prominent aanwezig. Wederom niet echt representatief denk ik (tenminste niet voor mijn leven), maar er is overduidelijk een grote aantrekkingskracht tussen de twee vrouwelijke hoofdpersonen en er is geen ‘paniek’ of probleem vanwege het ‘lesbisch-zijn’. Syd is gewoon verliefd geworden op iemand anders, terwijl ze in een (blijkt ook ongelukkige) relatie met een ander (in dit geval een man) is.
Credits wie credits toekomt
Na het zien van deze twee films, besluit ik Desert Hearts (1985) te kijken. Want credits wie credits toekomt: Desert Hearts was een van de eerste mainstreamfilms met een lesbische verhaallijn. Toentertijd erg controversieel. De film vertelt het verhaal van de keurige, gescheiden professor Vivian, die aan haar benauwende leven wil ontsnappen en verliefd wordt op cowgirl Cay. Het interessante en meest indrukwekkende aan deze film is dat vanuit het perspectief vanuit de vrouwen in deze film er subtiele kritiek wordt gegeven op heteroseksuele relaties. En dan niet vanuit een ‘homo-activistisch oogpunt’, maar omdat het zich in 1958 afspeelt en het instituut van het huwelijk voor veel vrouwen in die tijd niet werkte. In Desert Hearts werd het lesbisch-zijn niet gepresenteerd als het antwoord op echtelijke en relationele problemen, maar de relatie tussen Vivian en Cay voelde echt en oprecht omdat deze bestaat buiten de structuren van het patriarchaat, waarin de tweede feministische golf voor de nodige opschudding en verandering zorgde.
Onweerstaanbaar aantrekkelijk
Wie kan zich niet meer the chart herinneren, of het heugelijke moment dat Alice en Dana een relatie kregen, of toen we het verdrietige nieuws kregen dat Tina en Bette uit elkaar gingen? En natuurlijk het bestaan van Shane, die in haar emotionele onbereikbaarheid onweerstaanbaar aantrekkelijk bleek voor een grote groep fans van The L Word. Het was niet lang na de uitzending van de eerste afleveringen of ik kwam op feestjes al ‘Shane-look-a-likes’ tegen.
The L Word vulde het gapende gat in de on screen representatie van lesbische vrouwen tot op dat moment. Vanaf de eerste aflevering op 18 januari 2004 kregen we zes seizoenen lang een inkijkje in het leven van een groep lesbische vrouwen in Los Angeles; hun ‘talking, laughing, loving, breathing, fighting, fucking, crying, drinking, writing, winning, losing, cheating, kissing, thinking, dreaming’ zoals het intronummer van de serie zo mooi opsomt. Waar hardcore fans van de serie Sex in the City discussieerden over de vraag of ze een Carrie, Samantha, Miranda of Charlotte waren, hadden we in de kroeg oneindige discussies of iemand toch meer een Dana, Alice, Tina, Shane of een Bette was.
Onvermijdelijke kritiek
Al snel na het euforische begin waarin we ons konden vergapen aan de tot de verbeelding sprekende levens van de vrouwen in glamorous Hollywood, kwam natuurlijk de kritiek. De vrouwen waren allemaal wel erg mooi, dun, voornamelijk wit en vooral ‘erg cis-vrouwelijk’. Waar waren de butch lesbians?! Een interessant discussie, want de serie beeldde inderdaad maar een kleine ‘niche’ van de sterk diverse lesbische wereld af, maar ja – een monolithische lesbische cultuur bestaat niet en een representatie daarvan dus ook niet. The L Word moest opboksen tegen de toch wat onrealistische verwachtingen van hun veeleisende doelgroep.
Kritiek was er ook op het feit dat de serie weinig aandacht besteedde aan raciale verschillen en dat de transitie van vrouw naar man over-gesimplificeerd werd. Steeds verder in de serie kwamen er ook steeds meer onbegrijpelijke en ridicule plotwendingen, waarin de continuïteit en geloofwaardigheid van de verhaallijn regelmatig werd opgeofferd voor de hang naar melodrama.
Maar aan de andere kant: de serie toonde ook voor het eerst op mainstream televisie een regelmatig terugkerend transpersonage, een dove lesbische vrouw en een interracial lesbisch stel. The L Word ging in op onderwerpen als same sex huwelijken, lesbisch ouderschap, biseksualiteit, drag kings en gender non-conformiteit. Allemaal onderwerpen die nog niet eerder op deze manier op televisie getoond waren.
De serie balanceerde duidelijk op de ingewikkelde grens van het radicale (onderwerpen uit de taboesfeer halen en in mainstream media brengen) en het problematische (gebrekkige representatie), waarbij ik me kan indenken dat die laatste vooral was ingegeven door de prime time spot die de serie had op de Amerikaanse zender Showtime en de commerciële (advertentie-) belangen die daar mee gemoeid zijn.
Nog een revolutionaire verdienste van The L Word die zeker niet vergeten mag worden, is dat de serie zo veel vrouwen op het scherm toonde, als wel dat ze ook achter de schermen werkten. Wellicht is Orange is the New Black (2013) de enige serie tot op heden die daar een beetje bij in de buurt komt, maar gezegd moet worden dat dit niet een serie is die als focus een groep lesbische vrouwen heeft, en dat de vrouwen die we zien en hoe ze leven zeker geen realistische afspiegeling vormen van de lesbische cultuur (en tegelijkertijd zijn we weer een beetje terug bij het gegeven dat lesbische vrouwen moordenaars en criminelen zijn…).
Dodelijke series
Al een tijdje na de ‘ontmanteling’ van de Hays Code en de populariteit van The L Word, dacht ik inmiddels echt dat er betere tijden waren aangebroken voor lesbische karakters, maar het blijkt dat queer women nog steeds geen lang leven beschoren is. Vooral in de afgelopen twee jaar is het een bloedbad gebleken. Wie herinnert zich niet de dood van Poussey Washington in Orange is the New Black? Series als The Vampire Diaries, The Walking Dead, The Magicians en The 100 blijken het afgelopen jaar dodelijk voor lesbische en biseksuele vrouwen (wat me trouwens meteen doet denken aan het ronduit nare einde van de lesbische relatie tussen Tara en Willow in de inmiddels cultserie Buffy the Vampire Slayer). Het toenemende dodental afgelopen jaren beginnen zelfs al zo erg op te vallen dat er op internet al een lijst rondgaat met ’17 awesome lesbian movies where no one dies in the end’.
Leegte
The L Word heeft absoluut en onvermijdelijk gezorgd voor een prominente plek voor queer women op televisie, maar er is met het uitzenden van de laatste aflevering 8 jaar geleden een leegte achtergebleven die nodig weer gevuld mag worden.
StudioKVDW.com
[dit artikel is ook gepubliceerd in het Zij aan Zij jubileumnummer - lees 'm hier!]