"Onlangs reisde ik met de trein van Schiphol naar Rotterdam. Het was later op de avond, ik nam de tussencoupé, omdat ik veel bagage had en geen zin om te zeulen. Er zaten twee jongemannen schuin tegenover me op de klapstoeltjes. Al snel hoorde ik ze over mij praten. 'Als dat geen pot is! Als ze haar haar wat liet groeien, zou het best een lekker ding zijn.' 'Een goeie beurt heeft ze nodig. Wil ik best doen. Nu al.' Ondertussen deden ze pogingen oogcontact te maken. Ongegeneerd keken ze voortdurend naar mij. Ik probeerde ze te negeren door de muziek op mijn oren wat luider te zetten. Maar tegelijkertijd wilde ik ze wel in de gaten houden. Ze maakten gebaren die niks aan de verbeelding overlieten. Likten hun lippen. Grepen in hun kruis. Ronduit intimiderend. Me nog nooit zo onveilig gevoeld. Op één oudere man na was er niemand in de buurt. Met koptelefoon op leek hij niet door te hebben wat er gebeurde. Met mijn bagage kon ik lastig weg. Waar was de conducteur als je hem nodig had? Bellen om hulp in bijzijn van deze gasten leek me niet handig. En ze hadden immers nog niks gedaan? Gelukkig bleef dat ook zo. Na dit incident was ik wel totaal van de kaart. Ook onthutst over mijn eigen passiviteit. Wat zou jij doen in zo'n situatie?"
Arrogant doen helpt soms
'Het ligt aan de situatie en aan mijn bui. Soms kies ik ervoor om er niet op in te gaan en net te doen of ik het niet hoor. Soms reageer ik gevat en komt er een gesprekje uit voort: "Ja, ik ben pot ja. Maar zeg nou zelf, vrouwen zijn toch ook veel lekkerder dan mannen?" Soms reageer ik afkeurend door zo arrogant mogelijk te kijken en misschien
Lees meer