Mel, de vrouw van het schoolplein, getrouwd, net als ik. Een man en kinderen. Mel die me vertelde dat ze soms met vrouwen was. Die in mijn oor fluisterde dat ze een minnaar wilde. Mel die me in verwarring bracht.
Toen ik haar vertelde wat ik voelde, nam ze mijn gezicht in haar handen en kuste me. Haar lippen. Er wakkerde iets in een adembenemende snelheid aan. Bij mij, bij haar. Er was geen houden meer aan. De brieven die volgden. De liefde. Het drama. Mijn hart dat dubbel brak. Gehavend wist ik na precies een jaar aan het slagveld te ontsnappen en me te redden uit het drijfzand waar ik tot aan mijn nek in zat.
En ik ging op zoek naar het pad dat me naar de brug zou leiden waar Judith met haar boeken zat.
13. Samen douchen
Die ochtend werd ik wakker zoals ik nog nooit wakker geworden was. De kamer baadde in het zonlicht dat door de dunne gordijnen scheen. Ik keek naar Mel, die met haar rug naar me lag toegedraaid. Ze snurkte zacht. Ik streelde haar met de palm van mijn hand, van haar nek naar haar schouder, langs haar arm omlaag, naar haar middel, over haar heupen. We hadden haast niet geslapen vannacht.
Mel draaide zich om, met haar ogen nog dicht en met een intens tevreden glimlach op haar gezicht. Ze zuchtte even en zei iets wat ik niet verstond. Met mijn vinger volgde ik de lijn van haar wenkbrauwen, streek zacht over de boog van haar neus naar haar mond. Ze smakte even. Ik kuste haar. 'Ga je mee douchen?' vroeg ik.
Ze deed haar ogen open en keek me aan. Ze liet mijn vinger over haar lippen begaan. Een traan gleed vanuit haar ooghoek langs haar neus.
'Wat is er?' vroeg ik.
Ze schudde haar hoofd en slikte even. Ik kuste haar op haar ogen, haar neus, haar mond. Ik streelde over haar haar, duwde een pluk haar achter haar oor. Ze kuste me terug, ik voelde het puntje van haar tong langs mijn lippen strijken.
Lees meer