Mel, de vrouw van het schoolplein, getrouwd, net als ik. Een man en kinderen. Mel die me vertelde dat ze soms met vrouwen was. Die in mijn oor fluisterde dat ze een minnaar wilde. Mel die me in verwarring bracht.
Toen ik haar vertelde wat ik voelde, nam ze mijn gezicht in haar handen en kuste me. Haar lippen. Er wakkerde iets in een adembenemende snelheid aan. Bij mij, bij haar. Er was geen houden meer aan. De brieven die volgden. De liefde. Het drama. Mijn hart dat dubbel brak. Gehavend wist ik na precies een jaar aan het slagveld te ontsnappen en me te redden uit het drijfzand waar ik tot aan mijn nek in zat.
En ik ging op zoek naar het pad dat me naar de brug zou leiden waar Judith met haar boeken zat.
14. De Wunderbar
Aan de overkant van de straat zag ik haar lopen. Gehaast. Haar tas om haar schouder, een tas die precies paste bij haar jas. Haar schoenen, met hakken. Ze stak over bij het zebrapad. Ik stak mijn hand naar haar op maar ze zag me niet. In het café keek ze om zich heen en ze begon te lachen toen ze me zag. Ik bestelde een witbier voor haar. We proostten: op onze halve liters! We giechelden alsof we tieners waren. Ze streek heel even langs mijn arm. Of ik een goede dag had gehad?
Ik knikte en vertelde haar over het industrieterrein met de mijnen. Niet over wat ik daarbij allemaal had gedacht. Maar het leek wel alsof ze dat zonder woorden begreep. Ze pakte mijn hand een wreef over mijn vingers. Waar zouden we straks uit eten gaan?
We bestelden een bak nacho's. Mel wilde meer bier. Ze had een pittige dag gehad. Ze vertelde me over de mannen die over de rug van hun patiënten zoveel mogelijk geld wilden verdienden. De behandeling die zij voor patiënten met gewrichtsproblemen had ontwikkeld, was eigenlijk gewoon te goed. De patiënten herstelden twee keer zo snel als bij andere behandelingen, maar dat betekende dus twee keer zo weinig geld voor de behandeld arts. Ze was misselijk geworden van het gesprek. Ze was kwaad geweest. Maar ze had niets gezegd. Zonder die mannen had ze geen enkele kans op een doorbraak, dit soort mannen had in haar wereld alle macht. Ze moest met ze dealen, er was geen andere keuze.
'Ik haat mannen,' zei ze uit de grond van haar hart. De ober die bij de bar stond, liep op ons af.
'Nog een keer hetzelfde?' vroeg hij beleefd in het Duits. Donkere ogen, een vriendelijke blik. Hij was niet veel ouder dan een jaar of twintig.
Lees meer