Mel, de vrouw van het schoolplein, getrouwd, net als ik. Een man en kinderen. Mel die me vertelde dat ze soms met vrouwen was. Die in mijn oor fluisterde dat ze een minnaar wilde. Mel die me in verwarring bracht.

Toen ik haar vertelde wat ik voelde, nam ze mijn gezicht in haar handen en kuste me. Haar lippen. Er wakkerde iets in een adembenemende snelheid aan. Bij mij, bij haar. Er was geen houden meer aan. De brieven die volgden. De liefde. Het drama. Mijn hart dat dubbel brak. Gehavend wist ik na precies een jaar aan het slagveld te ontsnappen en me te redden uit het drijfzand waar ik tot aan mijn nek in zat.

En ik ging op zoek naar het pad dat me naar de brug zou leiden waar Judith met haar boeken zat.

18. Het komt goed

Precies op het moment dat ik de kurk van de fles rode wijn trok, zoemde de intercom. Ik had de fles tussen mijn knieën geklemd en van schrik morste ik een scheut op de grond. Snel liep ik het gangetje in en pakte de hoorn van de haak. Op het beeldscherm zag ik Mel in een variatie aan grijstinten staan. Ze stak haar hand op, maar lachte niet. Mijn hart bonkte. Ik drukte op de deurontgrendelaar en liep naar de voordeur, die ik alvast opendeed. De galerij was nog leeg, maar ik hoorde de lift al zoemen. Vlug liep ik terug het appartement in en veegde met een doekje de rode vlek van de grond. Ik had de hele middag al steken in mijn maag gehad omdat Mel me een berichtje had gestuurd dat ze het vanavond misschien toch niet zou redden. Dit was de eerste dinsdagavond in mijn appartement.

Op de betonnen balustrade hoorde ik haar voetstappen galmen. Ik liep naar de deur en zag Mel op haar gympen naar me toe lopen. Haar gezicht stond strak. Haar haar hing in pieken langs haar gezicht, alsof ze door een storm was gefietst. Een veeg mascara streepte over haar wang. Ik wilde haar omhelzen, maar ze hield me van zich af.

'Wijn?' vroeg ik. Ze keek met niet aan. Mijn hart bonsde in mijn keel.

Ze liep naar binnen. Binnen plofte ze neer op de tweedehands bank die ik het weekend daarvoor, samen met Casper, bij de kringloop had gekocht.

Ik schonk een glas voor haar in, dat ze in een teug leeg dronk. Ik schonk haar bij en zette de fles, die ik speciaal voor haar had uitgezocht, voorzichtig neer op het wankele tafeltje.