Mel, de vrouw van het schoolplein, getrouwd, net als ik. Een man en kinderen. Mel die me vertelde dat ze soms met vrouwen was. Die in mijn oor fluisterde dat ze een minnaar wilde. Mel die me in verwarring bracht.
Toen ik haar vertelde wat ik voelde, nam ze mijn gezicht in haar handen en kuste me. Haar lippen. Er wakkerde iets in een adembenemende snelheid aan. Bij mij, bij haar. Er was geen houden meer aan. De brieven die volgden. De liefde. Het drama. Mijn hart dat dubbel brak. Gehavend wist ik na precies een jaar aan het slagveld te ontsnappen en me te redden uit het drijfzand waar ik tot aan mijn nek in zat.
En ik ging op zoek naar het pad dat me naar de brug zou leiden waar Judith met haar boeken zat.
23. Geen ontkomen aan
Mel zou het weekend op citytrip zijn, samen met Ronald. In Roermond. Het was haar idee. Het was zo lang geleden dat ze er samen uit waren geweest. Ronald was meteen enthousiast. Zij niet echt, vertelde ze me. Ze had het zelf voorgesteld, maar ze zag er ook tegenop. Ze was nerveus geweest, vanochtend, toen ik haar even tegenkwam op school. Ronald stond thuis al met de koffers klaar.
'Ik wil het hem zeggen. Dat ik een keuze moet gaan maken, binnenkort. Dit houden we zo niet lang meer vol. Hij zit daar maar, thuis aan tafel, met zijn laptop en zijn zelfgebakken brood. Hij haalt een bosje bloemen voor me als ik huil. Hij geeft me chocola, terwijl ik met hem wil praten. Over wat er speelt tussen ons. Wat er speelt tussen jou en mij. Maar elke keer als ik erover wil beginnen, klapt hij dicht.'
Mel hoopte dat een weekendje weg hen allebei wat zou gaan ontspannen. Er scheen een soort stadsfestival in Roermond te zijn. Bandjes, theater, lekker eten. En de volgende dag zouden ze dan bij de ouders van Ronald langs kunnen gaan, die woonden daar vlakbij.
Ik waste de pan af, zette hem op een rekje en droogde mijn handen af aan de theedoek die ik terug aan de kastdeur hing. We zouden tussendoor niet bellen of appen. Dit was hun weekend en tegelijk ook dat van mij. Maar ik had zelf geen zin om iets te doen. Of om Ellen te bellen, ik wist toch al wat ze ging zeggen: 'Zie je wel? Ik zei het je toch. Die arme man weet van niks. Je staat gewoon in de wacht, schat!'
En Laura zou zeggen dat ik het sowieso wat rustiger aan zou moeten doen. Dat ik mezelf dat moest gunnen. Dat ik eerst tot mezelf moest komen. 'Na een scheiding kost je dat zeker twee tot drie jaar.'
Ik slofte naar het raam van het appartement en zag van bovenaf de mensen, verlicht liepen ze door het schijnsel van de lantaarns langs elkaar heen op de stoep. Sommigen duwden een kinderwagen voor zich uit. Het was koopavond. Ik voelde me bedrukt. Ik liep naar de gang, trok mijn jas aan en voelde de sleutels prikken in mijn zak.
Lees meer