De diagnose 'depressief' kreeg ik toen ik 23 was en het was een opluchting om eindelijk erkenning te vinden. Vooral mijn moeder vond vroeger dat ik me aanstelde en ik kreeg regelmatig te horen: 'kom op, schouders eronder', of 'doe niet zo ongezellig'. Dus toen ik officieel depressief bleek te zijn, was dat in ieder geval voor mijzelf een bevestiging dat er echt iets met me aan de hand was en dat 'schouders eronder' niet zomaar een oplossing was. Ik woonde toen al een paar jaar op mezelf, was met drie studies gestopt en met nog veel meer baantjes. Door de diagnose kreeg ik de hulp die ik nodig had, zoals medicatie en therapie. Ik slik inmiddels vijf jaar antidepressiva en het gaat, naar omstandigheden, goed met me.
Ik heb een vriendin, al bijna twee jaar. We wonen niet samen, maar toen corona insloeg hebben we besloten om elkaars quarantaine buddies te zijn. Zij is de enige die ik zie, een paar dagen per week. Verder ga ik nergens naartoe, en zij ook niet. Het werkt goed op deze manier, en sterker nog: ik vind de rust erg prettig.
Ik was uitgeput
Met kerst vorig jaar zijn we op kerstavond bij haar moeder geweest, met die kant van haar familie. Op eerste kerstdag waren we bij mijn broer, zijn vrouw en een paar van hun vrienden, en op tweede kerstdag bij haar vader met een nog grotere familie met aanhang. Dat soort dagen vind ik slopend. Er ligt zo'n druk op, het moet allemaal mooi en gezellig en uitbundig want het is kerst. Iedereen is blij om elkaar te zien, terwijl ik elk uur naar de wc ga om even bij te komen van alles. Tussen kerst en oud en nieuw vorig jaar heb ik bijna alle dagen in bed doorgebracht. Ik was uitgeput, leeg.
Lees meer