Biseksuele of bi+ vrouwen zijn relatief vaak slachtoffer. Ruim 2 op de 5 jongeren verbergen hun LHBTI-zijn op school, blijkt uit 'Feiten en cijfers' van kennisinstituut Movisie.
Een nieuw rapport van Movisie, waarin actuele gegevens over LHBTI-acceptatie zijn verzameld, laat zien dat Nederlandse LHBTI-personen nog altijd veel te maken hebben met negatieve reacties en geweld vanwege hun seksuele oriëntatie en/of genderidentiteit. Wij geven je een overzicht van de belangrijkste cijfers en feiten uit dit onderzoek.
Als eerste een positief feit: van de Nederlandse respondenten die meededen aan een Europees onderzoek naar LHBTI-acceptatie uit 2020 is ruim twee op de drie (67%) LHBTI-personen meestal of altijd open over hun geaardheid of genderidentiteit. Dat is best een hoog percentage als je het vergelijkt met het gemiddelde voor de 28 lidstaten van de EU, dat is namelijk 47%. Helaas blijkt uit hetzelfde onderzoek ook dat meer dan de helft (57%) van de Nederlandse LHBTI-ers bijna nooit of nooit hand in hand loopt met hun partner van hetzelfde geslacht.
Het rapport en de cijfers download je hier [pdf].
Fysiek en seksueel geweld
Het feit dat meer dan de helft van de LHBTI'ers nog altijd niet hand in hand over straat durft te lopen is verontrustend. Maar ook de cijfers over fysiek en seksueel geweld tegen LHBTI-ers zijn zorgwekkend. Uit het Movisie-rapport kwam naar voren dat één op de tien lesbische, homoseksuele en biseksuele personen de afgelopen vijf jaar fysiek is aangevallen. Een op de vijf Nederlandse transgender personen werd slachtoffer van een fysieke of seksueel gemotiveerde aanval. Dat is twee keer zo veel als het gemiddelde voor alle LHBTI-groepen. Een onderzoek van het CBS uit 2020 toonde aan dat 44% van de biseksuele vrouwen en bijna een kwart van de biseksuele, homoseksuele mannen en lesbische vrouwen in het jaar voorafgaand aan het onderzoek seksueel geweld heeft meegemaakt.
LHBTI-ouderen
Een Nederlands onderzoek uit 2020 over LHBTI-ouderen van 65 jaar en ouder geeft weer dat 41% ooit last heeft gehad van vooroordelen of discriminatie door buren en 36% door zorgverleners. Ook geeft een op de vijf (21%) respondenten in dit onderzoek aan vanwege hun seksuele of genderidentiteit het contact met een of meerdere familieleden verloren te hebben.
LHBTI-onderwerpen op school
Nederlandse LHBTI-jongeren tussen de 15 en 17 gaven in een Europees onderzoek uit 2020 aan dat ze zich vaak of altijd gesteund voelen door leeftijdsgenoten of leraren. Driekwart (76%) van deze respondenten zegt dat hun school weleens op een positieve of neutrale manier aandacht heeft besteed aan LHBTI-onderwerpen. Het is opvallend om te zien dat jongeren in deze leeftijdscategorie minder vaak hun seksuele oriëntatie en/of genderidentiteit verbergen op school, namelijk maar 16%. Onder jongeren tussen de 18 en 24 jaar is dat 41%.
Dakloze LHBTI-jongeren
Een recent onderzoek van Movisie zelf uit 2020 liet blijken dat tussen de 1000 en 2000 LHBTI-jongeren dak- of thuisloos zijn. Volgens Movisie heeft ongeveer de helft van deze jongeren een niet-westerse achtergrond en een deel bestaat uit ongedocumenteerden.
Psychische klachten
Lesbische, homoseksuele en biseksuele personen hebben vaker last van psychische klachten zoals angststoornissen en depressie, wat vaak gelinkt is aan negatieve reacties op hun seksuele identiteit. Bij lesbische, homoseksuele en bi+ jongeren hebben vooral negatieve reacties van leeftijdsgenoten op school een grote impact op de psychische gesteldheid van deze groep. Dit heeft waarschijnlijk ook een link met het feit dat zelfmoord onder LHBTI-jongeren 4,5 keer vaker voorkomt dan onder heteroseksuele jongeren. In de jeugdzorg wordt vaak niet genoeg aandacht gegeven aan de specifieke problemen van deze jongeren.
Een nieuw kabinet
Simon Timmerman, adviseur Regenboogsteden bij Movisie, zegt dat de cijfers uit dit rapport laten zien dat er in Nederland nog veel is om voor te strijden als het gaat om de emancipatie van LHBTI-personen. Timmerman noemt de cijfers 'ronduit verontrustend'. 'Plannen en beleid moeten inclusiever worden ten aanzien van seksuele en genderdiversiteit. Deze publicatie is ook belangrijk leesvoer voor alle nieuwgekozen Tweede Kamerleden en de politieke partijen die de komende tijd gaan onderhandelen over een nieuw kabinet,' aldus Timmerman.
Bronnen: Movisie, COC Nederland.
Naar aanleiding van deze nieuwe cijfers spraken wij een aantal lezers van Zij aan Zij. Lisette (32) zegt: 'Ik word altijd zo verdrietig van dit soort onderzoeken. Ik bedoel, het is natuurlijk goed dat ze er zijn en met de nieuwe informatie kan weer beleid gemaakt worden, kunnen er stappen in de juiste richting worden gezet. Maar het legt altijd zo pijnlijk bloot hoeveel mensen nog steeds pijn en leed ervaren, alleen maar om van wie ze houden. Gepest worden om je eigen puurste gevoelens is meedogenloos. Dat ouderen gediscrimineerd worden door zorgverleners, denk daar eens over na. Dat is toch te zot voor woorden? Ze zijn al in een afhankelijke positie, waarin ze zorg nodig hebben. Hoe bestaat het dat ze dan afgerekend worden op hun geaardheid? Ik krijg er een knoop van in mijn maag.'
Ellen (56): 'Dit soort cijfers moeten vooral overal worden verspreid. Druk iedereen, vooral beleidsmakers, hulpverleners, onderwijzers en anderen met een voorbeeldrol, maar eens goed met de neus op de feiten. Denk niet dat we er al zijn. Er is nog zo veel om voor te strijden.'
Fati (24): 'Mijn liefste wens is dat iedereen mag zijn wie ze zijn. Zwart, wit, homo, hetero, moslim, katholiek of joods: We zijn allemaal gelijk, je kunt en mag iemand niet afrekenen op afkomst, geloof of geaardheid. Ik denk vaak: zulke oordelen komen vanuit angst en onwetendheid. Er ligt een grote en belangrijke rol voor het onderwijs. Leer kinderen van jongs af aan dat er geen onderscheid is, dat iedereen 'normaal' is. Dat lijkt me een goed begin.'
*
Blijf op de hoogte: