Na twintig jaar openstelling van het Nederlandse burgerlijk huwelijk voor paren van het gelijke geslacht vonden journalisten Robbert Blokland en Jessica van Geel het nodig de balans op te maken. Wat is er in de tussentijd veranderd voor lhbtqia-ers? Gaat het beter met iedereen? Om daarachter te komen interviewden ze twintig BN-ers die zich met de gay community identificeren.
Het begon met een biertje op de Gay Pride 2019 in Londen. In een opwelling bedachten Robbert en Jessica dat er een boek vol verhalen over het echte gayleven moest komen. Het idee overleefde de roes van de Pride. Geheel nuchter vertellen ze via Zoom over het resultaat: Als je maar gelukkig bent.
De titel is deels ironisch als je bedenkt dat huwelijken van lesbo's vaker mislukken dan die van hetero's en homo's.
Robbert: We hebben er bewust voor gekozen geen cijfers te presenteren. Met cijfers loop je snel achter de feiten aan. Ons boek is geen leerboek. Als mensen cijfers willen, kunnen ze die vinden bij het CBS. Wij wilden iets neerzetten dat ze al niet ergens anders gelezen hebben, iets tijdloos.
Waarom vonden jullie het noodzakelijk dat het boek er juist nu kwam?
Jessica: Ergens is gay zijn geaccepteerd. Het homohuwelijk bestaat nu twintig jaar, homo's hebben rechten, net als hetero's. Juridisch is alles grotendeels geregeld, de emancipatiestrijd lijkt grotendeels klaar. Tegelijkertijd is dat helemaal niet zo. Het is voor jongeren nog steeds moeilijk om uit de kast te komen. Geen enkele homoman die we voor het boek hebben gesproken heeft niet een of andere vorm van antihomogeweld meegemaakt. Het is schokkend.
Robbert: Van radio-dj en presentator Jeroen Kijk in de Vegte tot kinderboekenschrijfster Carry Slee, iedereen geeft het aan. Ze maken zich zorgen over conservatieve krachten. De SGP maakt graag het homohuwelijk ongedaan, Forum voor Democratie wil lessen genderdiversiteit op scholen afschaffen, onderwijsminister Alex Slob vindt dat scholen homoseksualiteit mogen afkeuren. Het zijn maar een paar bewijzen dat je er met alleen gelijke rechten nog niet bent.
Hebben jullie zelf iets van de interviews opgestoken?
Jessica: Robbert en ik kennen elkaar al langere tijd. We gaan samen uit. Je hebt het idee dat je de gaywereld kent. Met de interviews zouden we de diepte ingaan, over liefde en seks praten, het leven. Ik was zo verbaasd. Cabaretier Johan Goossens vertelde over Grindr bijvoorbeeld, hoe hij via die app liefde en seks heeft beleefd. Ik dacht dat worden vieze verhalen en lachen, maar hij was echt op zoek naar liefde. Het orgasme zag hij als een 'vloeibaar compliment'. Hij zoekt zulke dates tegenwoordig niet meer op, maar had dat toen nodig. Ik begrijp dat nu beter. Hij is een slimme man.
Robbert: De verhalen van schrijver Pete Wu en van Pink Marrakech-oprichter Nassiri Belaraj blijven je echt bij. Ze moesten eerst financieel onafhankelijk van hun ouders worden voordat ze uit de kast konden komen. Nassiri deed een zelfmoordpoging. Daar vertelt hij over terwijl je samen een kopje thee drinkt.
Jessica: Antiracisme- en queeractivist Naomie Pieter was ook bezig met overleven en dat is ze misschien nog steeds. Zo brachten we heel verschillende levens en indrukken samen in het boek. Ik ben er waakzamer en strijdbaarder door geworden. We zijn nog helemaal niet klaar met de emancipatie. Het moet tot werkelijke acceptatie van homoseksualiteit komen.
Filosofe Simon(e) van Saarloos aarzelde om zich bij hoogopgeleide 'succeshomo's' in het boek te voegen. In hoeverre staan BN-ers voor het echte leven van het gros van de lhbtqia-ers?
Jessica: We hebben erover nagedacht, over het al dan niet interviewen van BN-ers. Ze hebben belangrijke voordelen. Als je voormalig politiewoordvoerder Ellie Lust interviewt, heeft iedereen daar meteen een beeld bij. Natuurlijk hadden we een boksschoolhouder in Bunnik kunnen interviewen. Maar dan moet je heel veel uitleggen over zijn leven en ben je langer bezig voordat je tot de kern komt. En iemand als Paul de Leeuw kennen we alleen van zijn werk. We weten niet hoe hij met zijn man de adoptie heeft geregeld en zijn gezin heeft gevormd. Ook van goochelaar-illusionist Hans Klok of van sportjournalist Barbara Barend weet je niet hoe ze in de liefde staan. Over dat privédeel, dat gat, heb je het dan.
Robbert: Misschien kunnen we bij een vervolg nog eens met de boksschoolhouder spreken.
Bekende mensen zijn alleen wel beter te verkopen. Die mensen zitten ook in onze eigen omgeving, de media. Ze moesten toezeggen dat ze alles zouden zeggen. Voor ons doel hadden we praters nodig. Die moesten ook de consequenties van de verhalen in de openbaarheid kunnen overzien. BN-ers kunnen dat beter. Het is niet niks als je seksverhalen plots zwart op wit staan.
Jullie interviewden geen mensen uit een streng christelijk milieu.
Jessica: Klopt, niemand kwam uit zo'n milieu. Maar zoals Nassiri zegt, geloven vertonen overeenkomsten in hun kijk op homoseksualiteit. We hadden een lijst met ruim zestig kandidaten, ook mensen met een gereformeerde achtergrond. Die zijn in het proces afgevallen, maar dat is niet bewust zo gegaan. Barbara Barend komt uit een joods milieu, maar daar sprak ze niet over. Dat kwam er niet uit. Het was en is ook geen uitputtende lijst van gays.
'Als je maar gelukkig bent' is niet per se een vrolijk boek. Zelfs mensen die in een tolerant milieu opgroeiden, hadden moeite met uit de kast komen. Denk daarbij ook aan Splinter, de zoon van Bart Chabot. De maatschappij is blijkbaar nogal van invloed op het (on)gemak van een coming out.
Robbert: Absoluut waar. Er moet over het algemeen meer over gay zijn gesproken worden om het normaal te maken. Dan wordt het minder als anders gezien en voelt het veilig. Hopelijk draagt dit boek daaraan bij. In vergelijking met andere landen, denk aan Oeganda en Rusland, doen we het hier natuurlijk goed, zijn we ver. Maar je moet ergens een keuze maken en dan heb je te maken met heteronormen. Die overheersen en je past er niet in. Je bent bang voor waardeoordelen en afkeuring. Het is voor ouders niet eenvoudig om het goed te doen. Er is niet één formule of één oplossing.
Jessica: We (MvB: Jessica en Claudia de Breij) hebben twee zonen van twaalf en tien. Normaal maken van homoseksualiteit begint al bij vragen als: heb je een vriendinnetje? De jongens vullen zelf al aan: of een vriendje? Het moet gelijkgesteld worden. Of je vraagt simpelweg of iemand al verkering heeft. Het interview met Nicolaas Veul, die de documentaire Pisnicht: The Movie maakte, sluit hier goed bij aan. De negatieve connotaties en gevolgen die termen als 'homo' en 'mietje' hebben, is enorm. We kunnen met zijn allen besluiten: mopperen kan anders. Wees je bewust van taal. Dat brengt verandering teweeg. Voor jouw zoon, zijn kinderen, de volgende generatie.
Wat ook niet helpt voor een fijne coming out is onveiligheid binnen de roze scene zelf. Voormalig Tweede Kamerlid Sidney Smeets is een recent voorbeeld van iemand die misbruik maakt van kwetsbare jonge nieuwkomers, maar ook een aantal mannen en vrouwen in jullie boek schetst een minder fijn beeld van hun entree in roze wereld.
Robbert: Het is niet goed te praten, maar het is niet typisch gay, in die valkuil moet je niet trappen. Hoeveel vrouwen krijgen geen dickpics toegestuurd, of worden met een bloot jurkje voor hoer uitgemaakt? Grindr kan een slangenkuil zijn, maar de app heeft een safety net ingebouwd: jonger dan 18 jaar mag je er niet op.
Jessica: ook onder vrouwen word je gekeurd. Het gaat om liefde en seks. In een heteroclub is dat niet wezenlijk anders. Mensen gaan er ook heel verschillend mee om. Kijk naar Johan Goossens en Jeroen Kijk in de Vegte. De een begon 'wild', de ander was altijd monogaam. Het is fijn dat we zulke uiteenlopende verhalen konden optekenen. Er zijn vele mogelijkheden en keuzes. De toekomst ligt niet vast.
Robbert Blokland en Jessica van Geel, Als je maar gelukkig bent, uitgever Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam 2021, ISBN 9789038809151.
*
Blijf op de hoogte!