Afgelopen dinsdag 8 november waren de Amerikaanse midterms, verkiezingen in het midden van de presidentsperiode, waarin Amerikanen kozen voor een gedeelte van de Senaat (een derde, leden worden gekozen voor steeds zes jaar) en het hele Huis van Afgevaardigden (leden van het Huis worden gekozen voor steeds twee jaar). De midterms zijn belangrijk, ze bepalen de koers van het land: Wie een meerderheid in de Senaat of het Huis (Congress) heeft, bepaalt de agenda.
Op lokale schaal worden er tijdens de midterms ook nieuwe vertegenwoordigers gekozen. Dit is per staat verschillend, maar denk aan gouverneurs, leden van de senaat en het huis of assembly van de staten zelf en bijvoorbeeld sommige rechters.
Verwacht werd een nationale aderlating voor de Democraten, maar de grootse overwinning voor de Republikeinen bleef uit, waarschijnlijk vooral te danken aan de hoge opkomst van jongere kiezers. De uitslag van de midterms is nog niet bekend. Er worden in verschillende staten nog steeds stemmen geteld en in Georgia moeten mensen zelfs opnieuw naar de stembus omdat de eerste ronde 'too close to call' was: Rood en blauw lagen te dicht bij elkaar voor een duidelijke winnaar. Er is nog van alles mogelijk, maar het ziet er op dit moment naar uit dat het Huis in handen komt van de Republikeinen en voor de Senaat is het spannender, daar is nog (een sprankje) hoop voor de Democraten.
LGBTQ+ kandidaten en winnaars schrijven geschiedenis
Waar sommige staten terug lijken te gaan in de tijd (verbod op abortus!), zijn er ook staten waar vooruitgang, inclusiviteit en diversiteit juist belangrijke punten op de agenda zijn. Zo waren er dit jaar
Lees meer