Ze werd er geboren maar weet er niks meer van; toen ze met haar ouders verhuisden van New York naar Amsterdam was zij pas twee jaar oud. Vlak na haar 31ste verjaardag verliet haar vriendin haar voor een ander, volkomen onverwacht. Het was de hoogste tijd voor een nieuw begin en Frances vertrok, terug naar haar 'roots' in The City That Never Sleeps.
De portier bood steevast aan mijn tassen te dragen, waar ik steevast vriendelijk voor bedankte. Ik had niks aan mijn handjes, zoals mijn vader zou zeggen. Wel had ik veel aan mijn hoofd, en toen ik de koperen hekken van de lift achter me dichtdeed en op de knop voor mijn verdieping drukte, realiseerde ik me dat ik vergat om in mijn brievenbus te kijken. Alsof iemand me hier iets zou sturen. De marmeren hal verdween uit beeld, de lift kreunde een beetje maar zette me netjes af in mijn gang. Mijn gang naar mijn appartement. Het bleef onwerkelijk.
Ik woonde sinds kort op de vierde etage van een oude wolkenkrabber aan de Upper West Side. Het was maar een kleintje, met zijn twaalf verdiepingen, vergeleken met de reuzen om ons heen mocht je het waarschijnlijk niet eens een wolkenkrabber noemen. Krabbertje dan. De appartementen aan de voorkant keken uit over Central Park, uit mijn ramen aan de achterkant zag ik alleen maar meer gebouwen. 'If you can make it there, you'll make it anywhere.' Als… het was allemaal met een slag om de arm. Ik was het lieve, overzichtelijke Amsterdam gewend, de grootsheid van New York City was overweldigend. Niet dat ik zoveel keus had, maar vertrekken naar de andere kant van de wereld was misschien wel een beetje overdreven.
Peet kwam ik hier op straat tenminste niet tegen, dat scheelde nogal. Zij zat gewoon in Amsterdam, in ons huis. Op mijn bank. Met haar nieuwe verkering. En wat ze daar dan allemaal deden… Gatverdamme. Terwijl ik dacht dat alles goed was tussen ons. Hoe blind, doof en stom ik ook was geweest, ik moest het uit mijn hoofd zetten. Het had geen zin om die hele film af te spelen en frame voor frame te analyseren. Het veranderde toch niks. Peet was klaar, dat leven was voorbij.
Makkelijker gezegd dan gedaan, maar afleiding hielp. Ik had inmiddels een supermarkt gevonden, de wasmachines in de kelder, twee verschillende metrostations en het American Museum of National History. Daar wilde ik graag eens heen, Night at the museum heb ik vroeger grijs gedraaid. Toen ik ontdekte hoe dichtbij het was, stond een bezoek helemaal hoog op mijn lijstje. Grappig genoeg was vlakbij ook Amsterdam Avenue, met kroegen, restaurants en koffietentjes in alle soorten en maten. De eerste avond liep de wandeling die kant op meteen in de soep, want na de afhaal-Mexicaan ben ik verdwaald. Google Maps wilde niet, met mijn Nederlandse sim, en na verschillende donkere steegjes, een rat zo groot als een huiskat en met opkomende paniek heb ik een agent om hulp gevraagd. Zo gaan we dit niet doen, besloot ik een half uur later thuis met mijn koude burrito. Die trouwens nog steeds lekker was, Mexicaans eten hadden ze hier alvast wel begrepen.
Ik had een nieuw telefoonabonnement met snel internet kunnen regelen, dus verdwalen hoefde niet meer. Aan de keukentafel herlas ik de eerste bladzijde van Auster's The City of Glass, het enige boek in mijn
Lees meer