Ze werd er geboren maar weet er niks meer van; toen haar ouders verhuisden van New York naar Amsterdam was zij pas twee jaar oud. Vlak na haar 31ste verjaardag verliet haar vriendin haar voor een ander, volkomen onverwacht. Het was de hoogste tijd voor een nieuw begin en Frances vertrok, terug naar haar 'roots' in The City That Never Sleeps. Deel 8.
De vorige delen vind je hier.
We komen wat eerder. Jack mailde, dat het toch allemaal anders liep. Willy herstelde sneller dan verwacht en wilde naar de verjaardag van haar beste vriendin, dus Jack had hun NYC-trip naar voren geschoven. Of ik mee wilde naar het feestje, had Jack gevraagd. Hij zei niet waarom en ik vroeg me af wat ik er te zoeken zou hebben, maar het was lief aangeboden. Jack zou bij een oud collega 'crashen' en Willy sliep bij de jarige vriendin, die ook aan de Upper West Side woonde. Laten we in ieder geval een keer met z'n drieën eten, stelde hij voor. Het leek me allemaal best en ik vroeg me af of hij verwachtte dat ik zou gaan koken. Voordat ik Jack antwoordde, stuurde ik Mona een bericht met de vraag of ze in de komende dagen een paar uur tijd voor me had. Voor de laatste klusjes. Het voelde nog steeds een beetje alsof ik in Willy's huis was; ik wilde graag dat ze het mooi zou vinden, zij had hier immers mijn hele leven gewoond. Ik vroeg me af wat Willy over de mysterieuze doos zou zeggen als ze hier was…
Mona reageerde snel. Voor jou maak ik tijd, schat. Ze kon de volgende dag al komen. Jack mailde ik terug dat ik er naar uitkeek om hem en Willy eindelijk te ontmoeten (over de doos zei ik maar niks), Mona stuurde ik een lijstje met de dingen die er nog moesten gebeuren: het scheve kastdeurtje in de keuken fixen, twee boekenplanken en een ingelijste foto ophangen, de lamp boven de eettafel installeren en de lekkende kraan in de badkamer repareren. No problem! Ze zou het juiste gereedschap meenemen en er om 12 uur zijn.
De foto, die ik in een koker in mijn koffer mee had genomen en op Amsterdam Avenue had laten inlijsten, was van een stuk hekwerk bij het Vondelpark. Een bakstenen muur met daarop verweerde, gietijzeren spijlen. Door de spijlen zag je alle kleuren groen van de bomen in het park. Ik had de foto gekocht op een kunstmarkt bij het Spui, een cadeautje aan mezelf voor mijn verjaardag. Leek me mooi in onze gang. Peet vond er niet veel aan. 'Dat is toch geen kunst? Ik kan zo'n foto ook maken, strikje erom en gefeliciteerd.' Ik vond het flauw en bot, maar had geen zin in ruzie dus ik ging er niet op in. Met een mooie lijst eromheen zou ze het vast kunnen waarderen. De realiteit was dat de foto pas in New York voor het eerst uit de koker was gekomen en het een pijnlijke herinnering was aan mijn laatste verjaardag.
We zouden uit eten gaan, bij mijn lievelingsrestaurant in de Pijp. Ik had me er erg op verheugd, vooral omdat alles op
Lees meer