Ze werd er geboren maar weet er niks meer van; toen ze met haar ouders verhuisden van New York naar Amsterdam was zij pas twee jaar oud. Vlak na haar 31ste verjaardag verliet haar vriendin haar voor een ander, volkomen onverwacht. Het was de hoogste tijd voor een nieuw begin en Frances vertrok, terug naar haar 'roots' in The City That Never Sleeps. Deel 11.
De vorige delen vind je hier.
Willy vertelde verder en iedereen hing aan haar lippen, al was ik de enige die het verhaal nog niet kende.
'Ze zat tegen de muur toen ik haar vond. Ik was een half uur later weggegaan dan zij, de rest van de groep bleef nog hangen. Ik liep naar de metro en hoorde haar stem toen ik langs het steegje kwam, ze zat net om het hoekje.
'Help. Kan iemand helpen alsjeblieft,' het klonk zachtjes, verstikt.
Ik zag haar schoen als eerste, haar been lag in een vreemde positie. 'Amy! Wat is er gebeurd?'
Ze bloedde uit een wond op haar hoofd, haar shirt was gescheurd, haar spijkerbroek smerig. Ik deed mijn sjaal af en propte die in haar hand.
'Tegen de wond houden, stevig drukken.' Ik probeerde te zien wat haar verder mankeerde. 'Kun je opstaan?'
Ze dacht van wel.
Met mijn handen onder haar oksels hees ik haar op, ze steunde op mijn schouder en ik hield haar stevig vast. Lopen ging net. Er was iets mis met haar voet.
'We gaan naar de eerste hulp!'
Amy probeerde meteen halfslachtig onder mijn arm uit te worstelen. 'Nee. Niet naar het ziekenhuis. Ik ga niet. Echt niet.'
Na een korte discussie over interne verwondingen en hechtingen wilde ze nog steeds alleen maar naar huis. Omdat ze me beloofde de volgende dag, als het moest, naar haar eigen dokter te gaan, gaf ik het op. We liepen naar de straat, 6th Avenue was ook midden in de nacht een drukte van belang, ik hield een taxi aan en we gingen naar Amy's huis in Brooklyn Heights.
Toen ik haar de trappen op had geholpen en haar op een stoel had geparkeerd, liet ik een laagje warm water in het bad lopen terwijl ik ondertussen schone handdoeken klaarlegde. 'Kom, trek al die gore kleren uit.' Met moeite kreeg ik haar in bad, waar ik haar hielp om de viezigheid van zich af te spoelen. De wond op haar hoofd leek mee te vallen, met de douche in mijn hand spoelde ik het bloed uit haar haren. De zijkant van haar gezicht begon dik te worden. Op haar armen zaten lelijke krassen en haar enkel werd donkerpaars.
'Morgen is dit allemaal nog erger. Je moet echt naar een dokter.'
Met haar ogen dicht humde ze wat. Ik zette de kraan uit en droogde haar haren met een kleine handdoek, daarna sloeg ik een groot badlaken om haar heen. Ze was enorm toegetakeld, de blauwe en rode plekken tekenden scherp af tegen de witte stof. Ik hielp haar in een badjas en naar de bank, waar ik nog wat dekens over haar heen legde. In de keuken vulde ik een glas met water en vond een doosje paracetamol in een la. Ik zette ook vast water op voor thee en liep toen terug de huiskamer in. Amy hing onderuitgezakt op de bank, ik hielp haar wat rechterop en gaf haar het water en drie pijnstillers. 'Wat is er in godsnaam gebeurd?'
Lees meer