Ze werd er geboren maar weet er niks meer van; toen ze met haar ouders verhuisden van New York naar Amsterdam was zij pas twee jaar oud. Vlak na haar 31ste verjaardag verliet haar vriendin haar voor een ander, volkomen onverwacht. Het was de hoogste tijd voor een nieuw begin en Frances vertrok, terug naar haar 'roots' in The City That Never Sleeps. Deel 13.
De vorige delen vind je hier.
'Nou, ik heb wel een paar vragen ja.' Ik kon het gevoel van irritatie niet van me afschudden sinds Lisa zo plompverloren melding had gemaakt van haar ex-vriendin. Is iedereen soms gay hier? Ik had me snel uit de voeten gemaakt, niet in de laatste plaats omdat Willy de volgende ochtend al om half tien voor de deur zou staan. Toen ik wakker werd voelde ik me nog steeds een beetje een sukkel. Of misschien voelde ik me betrapt, te kijk gezet, zo bijzonder was ik helemaal niet, zoiets. Ik kon mijn vinger er niet op leggen, toen Willy op mijn bank zat was ik nog steeds niet helemaal van dat gekke gevoel af. En hoe het nou precies met haar zat was me ook niet duidelijk.
'Stel alle vragen die je wilt,' zei zij. Waarop ik natuurlijk helemaal niet wist waar te beginnen. Het leek me goed om het als startpunt maar even bij mezelf te houden. 'Hoe wisten jullie allemaal van Peet, op de verjaardag van Beth? Het leek wel alsof iedereen al op de hoogte was van de hele situatie.'
Willy glimlachte breed. 'Ja, dat kwam wel door mij en je vader. Hij heeft me een paar keer gebeld, voordat je arriveerde. We hebben het gehad over dit appartement, over jouw plannen en natuurlijk over het waarom. Hij vertelde me over je breuk met Peet en vroeg of ik ook een beetje op je wilde letten. Ik kan me voorstellen dat dat nu wat verstikkend overkomt. En op je letten vanuit Michigan is lastig, dus ik heb het met Beth over je gehad, die het vervolgens in onze hele vriendengroep op tafel gooide. Echt goed bedoeld allemaal, neem dat van me aan. Je was hier minder alleen dan je dacht. Ik ben blij dat je Beth nu ook hebt ontmoet, je kunt altijd bij haar terecht.'
Daar had ik dan weer weinig tegen in te brengen. Mijn vader had me weleens mogen zeggen dat hij iedereen al had ingelicht, maar zoals Willy ook zei, het was allemaal heus goed bedoeld en dat snapte ik ook wel.
'Je zal ook wel benieuwd zijn naar mijn verhaal,' begon Willy uit zichzelf. 'Heeft je vader daar wat over gezegd?'
Ik zei van niet. 'Dat je zou gaan trouwen, en je even hier kwam wonen, maar dat het huwelijk niet doorging en dat je toen bent gebleven.'
Willy lachte. 'Ja, dat is een prima samenvatting. Het ligt wel een beetje gecompliceerder, maar het is ook al zo lang geleden. Waar zal ik beginnen?' Willy nam een slok koffie. 'Sinds de middelbare school was ik samen met Mark. Hij was mijn beste vriend, mijn maatje. Dat we verkering namen toen we 14 waren, leek een logische stap. Aan onze vriendschap veranderde niet veel, we gaven elkaar een kus op de wang als begroeting of afscheid, heel overzichtelijk. Hij wilde wel meer, en ik heb me een paar keer laten overhalen, maar eerlijk gezegd bleven we vooral goeie vrienden. En dat vond ik prima. We leerden de anderen kennen, Beth, Amy, de hele bende. We studeerden allemaal hier in de stad en werden snel een hechte groep. Toen ontdekte ik dat er zoveel vormen van liefde mogelijk zijn… Beth en Amy waren lange tijd een stel, iedereen om ons heen was van alles behalve hetero. En het was allemaal goed. Natuurlijk was er in onze groep ook het nodige drama, dat hoort erbij. Mark en ik waren een behoorlijk stabiele factor. De jaren gingen voorbij, iedereen studeerde af en begon aan een zogenaamd volwassen leven, we zagen elkaar nog altijd wekelijks in die kroeg, waar Mona toen ook werkte. Mark en ik deelden na onze studies een huis, niet met z'n tweeën, er woonden ook anderen, zo gaat dat in New York City. We hadden allebei een kamer in een groot appartement. Op papier nog steeds samen als stel, maar in de praktijk leefden we als broer en zus. We hadden een soort van open relatie, hij had ook andere vriendinnetjes, trouwens ook vriendjes, ik had er geen probleem mee dat hij soms een nacht wegbleef. Ik wist wel dat hij andere behoeftes had, ik wilde hem niet in de weg staan. Eigenlijk hadden we het best goed voor elkaar. Ik was begin veertig toen de boel als een kaartenhuis in elkaar stortte.' Willy keek uit het raam.
'Zal ik nog wat koffie zetten?' Ze wilde vast even pauze.
'Nog meer koffie en ik stuiter straks tegen het plafond. Doe maar water.'
Ik haalde twee grote glazen water uit de keuken. Willy nam een slok en vertelde verder.
'Het begon met dat huis. Je moet begrijpen dat de stad heel anders was toen. Veel criminaliteit, drugs, buurten waar je echt niet moest komen. De Lower East Side, waar wij woonden, was eigenlijk gewoon een gevaarlijke plek. Maar goed, we waren het gewend en hadden onze weg gevonden. Begin jaren negentig begon het allemaal te veranderen. Hele straten
Lees meer