Ik stak mijn hand uit naar de vrouw, terwijl ik me met moeite wist los te maken van de sprankelende blik in haar ogen. | De vrouw op de brug, deel 32.
Ik wilde haar niet laten gaan. Maar tegelijk protesteerde mijn lichaam: ik kon het niet meer, ik wilde niet meer terug het moeras in. | De vrouw op de brug, deel 31.
Ze streelde de krassen op mijn armen, die ze met haar nagels had gemaakt. Ze stond naast me en had haar kleren alweer aan. 'Ik moet gaan.' | De vrouw op de brug, deel 30
Ik had geen berichtje teruggekregen van Mel. Ik moest wachten, wachten. Nog twee dagen en dan zou ik weten of mijn toekomst met of zonder haar zou zijn. | De vrouw op de brug, deel 29.
MEL schreef ik in blokletters op. Ik had Mel nodig. Haar liefde, haar warmte, haar aandacht, haar hartstocht, haar lichaam, haar huid. | De vrouw op de brug, deel 28.
Mel moest een keuze maken: voor mij of voor haar man. En als ze dat niet zou kunnen, zou dat ook een keuze zijn. | De vrouw op de brug, deel 27.
Het kan niet langer zo, je put jezelf uit. Het is belangrijk dat jij gaat aangeven wat je wilt, dat je jouw grenzen gaat benoemen. | De vrouw op de brug, deel 26.
'Ik jou ook,' tikte ik in. Ik voelde de tranen achter mijn ogen branden. Niet verzenden, niet verzenden. Mijn duim hing boven het knopje. | De vrouw op de brug, deel 25.
'Ik geloof dat ik nog nooit zo kwaad ben geweest. Ik werd woedend, laaiend, en gilde dat ik dacht dat het tussen ons echte liefde was.' | De vrouw op de brug, deel 24.
Het leek wel alsof niemand begreep hoe het echt met de liefde zat. Hoezo rustig aan? Ik móest op haar wachten. | De vrouw op de brug, deel 23.
De stoel viel om toen ik haar aan haar polsen omhoog trok. Met mijn heupen bonkte ik tegen haar lichaam aan. 'Wanneer ben je alleen van mij?' | De vrouw op de brug, deel 22.
'Dat is toch niets voor mij?' zei ik. Ik keek om me heen. Niemand te zien. Geen bekenden, geen verkoopster. Ze duwde me een hokje in. | De vrouw op de brug, deel 21.
Ik wilde haar een kus geven, zo graag, maar bijna onzichtbaar bewoog Mel naar achteren. 'Straks,' zei ze en ze liep een stukje voor me uit. | De vrouw op de brug, deel 20.
'Iedereen heeft toch wel eens de behoefte om te zoenen? En trouwens: jij zoent zelf met een getrouwde vrouw!' | De vrouw op de brug, deel 19.
Een wee gevoel trok door mijn hele lichaam. Hoorde ik nou goed wat Mel zei? Hoorde ik nou goed wat ze tussen de regels door bedoelde? | De vrouw op de brug, deel 18.
Ik dacht aan Mel terwijl we de haven uitvoeren en ik me bukkend en naar kabels grijpend naar de voorsteven begaf. Zou zij zich wel redden? | De vrouw op de brug, deel 17.
'Het was heerlijk vannacht,' zei ze. Ik voelde me weemoedig, gelukkig, maar tegelijk verdrietig. Ze was nog niet weg of ik miste haar al. | De vrouw op de brug, deel 16.
We dansten. De andere vrouwen hielden ons in de gaten. Ik keek haar aan en zag hoe broeierig ze naar me keek. Ze wilde naar het hotel. | De vrouw op de brug, deel 15.
We wilden dansen, drinken, ons nog één nacht laten gaan. Morgen moesten we alweer terug naar huis. Terug naar onze kinderen, onze gezinnen. | De vrouw op de brug, deel 14.
We hadden haast niet geslapen. Ik dacht aan die ochtend, aan hoe ons doucheavontuur alles behalve rustig was verlopen. | De vrouw op de brug, deel 13.
Ik zou haar wel eens even laten zien wie haar het meest genot zou kunnen geven: ik of haar saaie man. | De vrouw op de brug, deel 12.
'Wat is er? Vind je het te vroeg, te laat? Je kunt ook meteen om half negen komen, alleen is Ronald dan misschien nog thuis.' | De vrouw op de brug, deel 11.
Mel pakte me bij mijn schokkende schouders en drukte me tegen zich aan. 'Stil maar meisje, stil maar,' suste ze. | De vrouw op de brug, deel 10.
Ik probeerde haar bh open te krijgen, maar dat lukte me niet. Te weinig ervaring. Ze kwam overeind en hielp me. | De vrouw op de brug, deel 9.
Ik deed alles wat ze wilde, alles wat ze nodig had. Koste wat kost zou ik haar krijgen en als dat zo moest: dan maar zo. | De vrouw op de brug, deel 8.
Door gebruik te maken van onze site ga je akkoord met het plaatsen van cookies.