Zal haar familie haar weer naar Twente halen, waar niemand precies weet hoe het was op de Zeedijk of waar haar zus denkt dat Vivelavie een Frans restaurantje is?
'Ik heb haar maar meegenomen, dit is zo lastig alleen', zegt ze en ze legt een foto op tafel. Op de foto staat een prachtige en sterke vrouw. Duidelijk iemand die weet wat ze wil.
De vrouw die tegenover mij aan tafel zit, schat ik midden zeventig. Ze is fragiel, haar gezicht is getekend door verdriet. Langzaam komt ze op gang. Ze heeft haar vriendin, met wie ze meer dan veertig jaar samen heeft geleefd, verloren. Ze leerden elkaar kennen tijdens een etentje bij vrienden, hielden contact en voorzichtig aan kwam daar een relatie uit voort. Een lesbische relatie, in een tijd waarin dat meestal een breuk met de familie betekende, waarin je niet gewoon samen op de wachtlijst kon voor een leuke woning, geen huwelijk en geen kinderen. Maar ze hadden altijd elkaar gehad, samen waren ze strijdbaar geweest en hadden een grote roze vriendenkring opgebouwd en Amsterdam was steeds meer een warm thuis geworden.
De laatste jaren was er veel veranderd, steeds meer vrienden waren overleden, de ouderdomskwaaltjes speelden op en bovenal was ze nu alleen. Op de begrafenis overzag ze het gezelschap: nauwelijks familieleden en wie er was voelde zich duidelijk niet helemaal thuis, veel broze vrienden, enkele wat jongere vriendinnen. Geen kinderen of kleinkinderen, zoals bij de andere stoet die ze in de verte zag.
De weken na de uitvaart kreeg ze veel begrip en steun uit de hechte vriendinnengroep. Ze zag wel dat ze het alleen niet lang meer zou redden in dat ineens zo grote appartement. Dat appartement was ook een hele verantwoordelijkheid, ze moest er iets mee en daarom zit ze nu hier. Ze heeft een testament nodig. Ze wil haar erfenis niet aan haar broers en zussen nalaten, die zitten er warmpjes bij en bovendien heeft ze niet of nauwelijks contact met hen. Ze leven in een andere wereld, in het Twentse dorpje waar ze zelf al zo lang niet meer geweest is.
Ik spreek met haar over de mogelijkheid om haar vrienden tot erfgenamen te benoemen, en om eventueel een bedrag na te laten aan een goed doel.
Maar eigenlijk interesseert het mij veel meer hoe het met haar verder moet. Wie zal er straks voor haar zorgen? Wie zal ervoor zorgen dat ze, als het nodig is, in een goede en aardige zorginstelling terechtkomt? Veel lesbiennes op leeftijd gaan weer de kast in. De standaardvraag 'Wanneer is uw man overleden?' dient zich aan. Net zoals het niet op de juiste waarde schatten van die foto op de kast, als je deze al durft neer te zetten.
Zal haar familie haar weer naar Twente halen, waar niemand precies weet hoe het was op de Zeedijk of waar haar zus denkt dat Vivelavie een Frans restaurantje is?
Ik adviseer haar om eens na te denken over een levenstestament. Met een levenstestament neem je het heft weer in eigen hand, je wijst personen aan die je goed kent en vertrouwt om zowel je financiële zaken als al je medisch/sociale zaken te regelen voor het geval je dat zelf niet meer kunt. Op die manier ben je niet aangewezen op (verre) familieleden die bewind of mentorschap over je gaan aanvragen. Je maakt het de mensen uit je omgeving die graag voor je willen zorgen ook een heel stuk eenvoudiger. Ze krijgen recht van spreken zodat ze je ook kúnnen helpen. Wie dat wil, kan ook wensen rondom het levenseinde aangeven, maar dat is geen verplicht nummer. Het belangrijkste is dat je zelf vormgeeft aan je toekomst.
En ineens zie ik bij haar weer een sprankje strijdbaarheid.
Meer informatie over het opstellen van een levenstestament vind je hier.
*
Hélène Faasen put voor deze fictieve verhalen uit meer dan 25 jaar juridische praktijkervaring. Zij heeft zich gespecialiseerd in allround coaching en training in het kader van meerouderschap en alle andere vormen van roze- of regenbooggezinnen.
Zij is bereikbaar via het platform van www.Perheita.nl: Perheita (Fins voor 'door de familie lopend') biedt coaching voor wensouders, ouders en donoren.