Ze werd er geboren maar weet er niks meer van; toen ze met haar ouders verhuisden van New York naar Amsterdam was zij pas twee jaar oud. Vlak na haar 31ste verjaardag verliet haar vriendin haar voor een ander, volkomen onverwacht. Het was de hoogste tijd voor een nieuw begin en Frances vertrok, terug naar haar 'roots' in The City That Never Sleeps. Deel 5.
De vorige delen vind je hier.
Central Park was vijf minuten lopen vanaf mijn voordeur. Je moest om een groot gebouw heen, waarvan ik vermoedde dat het ook onderdeel was van het museum, en dan nog een stukje de straat door om bij één van de ingangen van het park te komen. Het was koud maar zonnig, de bomen waren kaal waardoor ik ver kon kijken. Rondom het park zag ik de iconische gebouwen en dichterbij de rotsformaties en kenmerkende lantarenpalen. Ik vond het park meteen fascinerend, met de donkere tunneltjes, grote grasvelden en bonte bevolking. Mensen met honden, hardlopers en toeristen, meneren in hele dikke jassen die geroosterde noten verkochten en eekhoorns die een graantje probeerden mee te pikken. Ik had op de kaart gekeken en als ik naar rechts en dan rechtdoor zou blijven lopen, zou ik uiteindelijk uitkomen bij het beroemde Plaza Hotel op Fifth Avenue. Maar dat was veel te ver. Het idee van een fiets begon toch aantrekkelijk te worden, hoewel dat ook in Central Park niet echt een populair vervoermiddel leek te zijn. Misschien met mooier weer.
Ik had goede schoenen aan en mijn trouwe avonturentas hing aan mijn schouder: ik was klaar voor een ontdekkingstocht. In de tas zat een flesje water, een mueslireep en gezichtscrème. Het was dezelfde tas, maar een heel ander avontuur dan vroeger. In de jaren voordat ik Peet ontmoette, was de tas mijn gezelschap tijdens wilde nachten in clubs, die trouwens altijd begonnen aan de bar van de Vie. De tas had alles wat ik maar nodig kon hebben: de heilige drie-eenheid van geld, telefoon en sigaretten, een oogpotlood, druppels voor mijn lenzen, kauwgom, mini deo, paracetamol, dat soort dingen. Mocht ik dan in een vreemd bed terechtkomen, wat best vaak gebeurde, dan kon ik me met de inhoud van die tas de volgende ochtend redden.
Zou ik daar nu ook weer zin in hebben, vroeg ik me al lopend af. Ik was vrijgezel, ik kon hier in New York City natuurlijk ook het nachtleven induiken. Dansen, te veel drinken, betekenisloze seks hebben met wildvreemde vrouwen. De jacht en de verovering had ik heerlijk gevonden, het was een onbezonnen vrijheid, een kracht die ik mezelf had toegeëigend, om met genoeg durf en drank elk weekend een verse vrouw het bed in te praten. De volgende ochtend was mijn honger dan voor even gestild en mijn interesse in haar verdwenen. Ik had zelfbevestiging gezocht, voor meer had ik geen tijd of ruimte. En dat had soms tot moeilijke
Lees meer