Ik zit tussen het fluitenkruid en kijk naar de kevers die over de bloemen lopen. De zon verwarmt mijn hoofd en een windje geeft net genoeg verkoeling. Wat een zalige dag. Een mengeling van loomheid en diepe blijdschap doorstroomt mij.
In het ruisende riet vlakbij laten karekiet en rietzanger hun levendige lentezang horen en daarachter varen zeilbootjes over de blauwe plas. Als er eentje dichterbij komt, kan ik met moeite de mensen aan boord onderscheiden en ik vang flarden op van hun vrolijke stemmen. In een bosje links van mij zitten aalscholvers hun vleugels te drogen, het lijken net half uitgeklapte zwarte paraplu's.
De zoete geur van de bloemen en het voortdurende zoemen van de bijen is bedwelmend. Er fladdert een vlinder langs mijn gezicht en ik volg hem met mijn ogen. Welke zou het zijn? Voordat ik daar achter ben, roept in de boom naast mij ineens een koekoek en in de verte, ergens vanuit de bomen achter het weiland, antwoordt er een.
Ik glimlach en ik voel dat mijn ogen stralen. Het is een ongelooflijk mooie dag, misschien wel de mooiste dag van mijn leven.
Het is zo wonderlijk dat je iets kunt bedenken, organiseren en dan ontstaat het. Je zit thuis op de bank, je pakt de telefoon en een verlangen wordt werkelijkheid.
Zullen we?
Ja, dat is goed.
Samen fietsten we vanmorgen hierheen. Jij en ik. Ik wilde het jou zo graag
Lees meer